maandag 22 november 2010

Witte sokken de baas

Daten lijkt een vast onderdeel van het bestaan van een single. Door de vele datingsites is het vinden van een date niet meer zo moeilijk als vroeger. Het grootste probleem is echter de fase die daar vlak na komt. Is hij de ware? Wil ik langer bij hem blijven? Wordt de date gepromoveerd tot relatie?
Na de eerste dates is dit een lastig punt. Jullie hebben leuke avonden gehad, er is een klik en wellicht zijn er al wat leuke nachten geweest... Maar dan? Er volgt dan een fase waar eigenlijk geen naam voor is. Je bent niet meer aan daten, het woord scharrelen klinkt te tijdelijk. Maar je krijgt het ook Spaans benauwd van het woord relatie.
Het probleem is dat je elkaar eigenlijk nog helemaal niet kent, maar al wel een eerste keus moet maken. Vroeger kende je de ander al vaak uit de buurt of via vrienden. Het was dan ook makkelijker om een inschatting van iemand te maken. Nu heb je een wervende profieltekst, twee mails en drie dates.
De single heeft dan al snel de neiging om op veilig te spelen. Witte sokken? Exit. Praat ze te veel over haar moeder? Exit. Geen carrièretijger? Idem. Zolang je maar geen verkeerde keus maakt is alles prima. En het op tijd lozen van de ander heeft als grootste voordeel dat je nooit te weten komt of je een fout hebt gemaakt. En wie weet wie er morgen weer in je mailbox staat!
Toch heeft het nemen van deze beslissing op dit moment grote nadelen. De kenmerken van de ander waar het echt over gaat, sociale vaardigheden, op een goede manier meningsverschillen kunnen uitwerken, aanpassingsvermogen en niet te vergeten betrouwbaarheid, zijn in deze eerste periode niet goed in te schatten. Deze kenmerken zijn niet objectief meetbaar, maar merk je indirect in het contact met de ander. Je moet dus niet nadenken, maar voelen!
Mijn advies is dan ook om voor jezelf een proefperiode in te lassen. Noem het Ziggy´s Drie Maanden Test. (Mocht je een naam hebben die wat lekkerder allitereert, ik hou mijzelf aanbevolen!)
In deze periode doe je alles wat je hart je in positieve zin ingeeft. Dit is belangrijk! Dus zeg hoe leuk je de ander vindt, geniet van elkaars aanwezigheid, wees zo veel bij elkaar als je wilt. Het hoeft niet over de top, maar doe je best om een leuke tijd samen te hebben.
Wat je niet moet doen is te veel nadenken. Dus niet bij alles wat de ander doet stil staan of je dit de rest van je leven wilt aanzien. Niet denken wat je vrienden er van zullen zeggen en of hij wel genoeg carrièreperspectieven heeft. Laat de moeilijke gesprekken over je hoe je elkaar noemt voorlopig ook achterwege. Zeg dus ook niet dat je deze blog gelezen hebt…
Wat je hier mee wint? Het is onmogelijk om jezelf zo’n lange periode voor de gek te houden. Wanneer je iemand steeds op een positieve manier benadert ga je vanzelf voelen of dit ook daadwerkelijk klopt. Zoals gezegd neem je dit soort beslissingen uiteindelijk op basis van je gevoel in plaats van je met je verstand. Er komt steeds meer bewijs dat je deze beslissingen op impliciet niveau eigenlijk al heel snel na de eerste kennismaking hebt gemaakt.
Het verstand moet daarom even op time-out gezet worden. Daar is de proefperiode dan ook voor bedoeld. Omdat je met jezelf de afspraak gemaakt hebt om even de tijd te nemen, mag het stemmetje wat af en toe twijfel in je oor fluistert er zijn. Alleen je hoeft daar nu nog niets mee te doen. Het wordt je vanzelf duidelijk of deze stem het bij het rechte eind heeft.
Wanneer je na deze periode nog twijfel hebt: uitmaken! Doe dit dan ook snel en netjes. Wees eerlijk en zeg dat het voor jou leuk was, maar niet goed genoeg. Dit is geen schande, er is niet iets mis met de ander. Alleen in de fine-tuning die een goede relatie moet zijn, klopte het niet.
Ben je echter na drie maanden zijn witte sokken nog niet zat? Dan weet je meer dan genoeg...

woensdag 17 november 2010

Het antwoord van links

Het debat van gisteren in de tweede kamer en het uitblijven van een verlies van de PVV in de peilingen maken één ding erg duidelijk. Kritiek over normen en waarden glijden zeer makkelijk van Geert Wilders af. Het maakt de PVV-stemmer blijkbaar niet uit dat er grenzen worden overschreden. In Italië is dit al jaren aan de gang. Berlusconi begaat de ene na de andere fout, maar de kiezers halen (vooralsnog) hun schouders op.
Veel politici hebben het idee dat de zij een voorbeeldfunctie hebben. En dat dat voorbeeld bestaat uit voorbeeldig gedrag. Wilders en zijn kornuiten laten duidelijk zien dat een groot deel van het Nederlandse volk helemaal niet op zo’n voortrekkersrol zit te wachten. Zij willen gehoord worden. Zij willen dat hun problemen opgelost worden. En wanneer het over hun eigen doelen gaat zijn veel middelen geheiligd. Dat geldt echter niet voor andermans doelen. Wat dat betreft is door de komst van de PVV de tweede kamer een echte afspiegeling van de samenleving geworden.
Hameren op hoe het hoort werkt dan ook niet. Net zoals het niet werkt om aan een willekeurige tiener in de metro op hoge toon te vragen of hij zijn mp3speler wat zachter willen zetten. Zeker wanneer hij door vrienden omringd is, roept dat voornamelijk een tegenreactie op. Mijn ervaring is dat je met een gezonde dosis humor een aardig eind kan komen. Niets werkt beter dan wanneer hij voelt dat zijn gedrag hem alleen maar hoon oplevert.
Ik roep dan ook op tot een terugkeer van het woord “Ludiek” in de politiek. Humor werkt ontwapenend. Tel eens een keer hoe vaak het woord “Marokkanen” voorkomt in een rede van de PVV en zeg het zelf tijdens een interruptie net één keer meer. Spreek vertederend over het troetelstraattuig van Wilders. Bekleed de stoelen van de PVV met pluche, wees creatief!
Dit gaat de toon van de PVV niet direct veranderen. Maar net zoals in de metro wil niemand zichzelf identificeren met degene die bespot wordt. Een knipoog kan dodelijker zijn dan een scherpe tong!

zaterdag 13 november 2010

Help! Ik wil mijn placebo terug!

Hou ouder, hoe wijzer. Naarmate de jaren vorderen zijn veel van de ideeën die ik had over de wereld naar het rijk der fabelen verwezen. Het begon natuurlijk allemaal met Sinterklaas. Ook bleek dat de wereld niet om mij draaide, maar om nog zes miljard anderen. Dat je vraagtekens kunt zetten bij God als man met een baard in de hemel. En dat veel van wat je op televisie ziet niet waar is.
Veel van deze inzichten zijn op zich best overkomelijk. Sinterklaas was trouwens even doorbijten. Maar zelfstandig nadenken heeft zeker ook voordelen. Ik vertrouw meer op mijzelf, huil niet snel meer met de wolven mee en het maakt dat ik de wereld nog meer bewonder dan voorheen.
Maar soms zijn er inzichten die me wel raken. Waar ik echt niet mee uit de voeten kan.
Zo is het nu november, de donkere dagen komen er weer aan. Ik heb al tijden een loopneus en mijn keel doet af en toe zeer. Vastberaden om de griep voor te zijn greep ik vroeger automatisch naar de vitamines en Echinaforce. Met als resultaat dat ik elk jaar zo goed als griep- en verkoudheidvrij door het leven ging!
Maar dit jaar helpt het niet. Ik blijf kwakkelen, ik kom er niet overheen.
De reden? De resultaten van deze onderzoeken: Vitamine C heeft blijkbaar maar een zeer beperkte invloed op verkoudheid, zeker wanneer je al ziek bent. Bij inname van een gram vitamine C per dag verkort je de ziekte met maximaal een halve dag. Dus vier en een half in plaats van vijf. 
Ook Echinaforce heeft niet het beloofde effect op je weerstand. De reclamecode commissie heeft aangegeven dat reclames A. Vogel waarin wordt beweerd dat het de kans op verkoudheid met 58 procent zou verminderen niet meer mogen. De kans is veel kleiner en zou behaald zijn door andere middelen.
Goed om te weten natuurlijk, maar ik zit er mooi mee. Vanuit mijn eigen ervaring merkte ik wel degelijk een verschil. Een kleine week mijn vitamines en Echinaforce innemen en ik was weer de oude. Nu kan ik dit effect niet meer toeschrijven aan wat ik innam.
Wat zou er dan wel gewerkt hebben? Een gevoel van controle? Ik deed iets om mijn ziekte te verminderen, en dus voelde ik mij beter? Toeval? Aandacht? Dat stond er natuurlijk niet bij in deze onderzoeken…
Mijn vraag is nu wel, hoe krijg ik mijn effect terug? Ik wil een nieuw wondermiddel. En dan beloof ik dat ik niet zal gaan uitzoeken hoe dit werkt. Zalig, die onwetendheid!

woensdag 3 november 2010

Leiden DBC's tot meer keuzemogelijkheden voor de patiënt?

Toeval bestaat natuurlijk niet. Kort achter elkaar twee berichten over de DBC systematiek op Psy.nl
De laatste gaat over de meningen van behandelaren over het werken met de DBC’s. Lars Tummers doet hier als promovendus op de Erasmus Universiteit onderzoek naar. Voor de meesten zullen de resultaten niet verwonderlijk zijn. Hoewel de meeste mensen de doelstellingen van het werken met DBC’s onderschrijven, zien zij niet in dat deze doelstellingen door het werken met DBC’s gehaald kunnen worden.
De DBC’s hebben als doelstelling dat de zorg transparanter wordt qua kwaliteit en kosten. Hierdoor zou de zorg doelmatiger worden. Ook zouden patiënten meer keuzemogelijkheden krijgen. Gemiddeld geven behandelaren het cijfer acht aan deze doelstellingen. Op de vraag of de DBC’s deze doelen ook gaan halen wordt met een drie geantwoord.
Helderder kun je het niet krijgen natuurlijk.
Eind oktober heeft de NZa al laten weten de DBC’s op de schop te willen nemen. Voornaamste redenen? De gestelde diagnose heeft te weinig voorspellende waarde voor de kosten van de behandeling. Er zijn veel patiëntenvariabelen, denk maar aan geslacht, sociaal economische status, verschillende comorbide klachten en duur van de klachten. Dus alleen een berekening maken op het feit dat iemand een depressie heeft is niet zinvol.
Daarnaast wordt er met openen van een DBC veel privacygevoelige informatie naar de ziektekostenverzekeraar gestuurd. Het college van beroep voor het bedrijfsleven heeft daar al eerder een stokje voor gestoken. Tot slot zou het betalen van de gemaakte kosten aan het eind van de DBC tot financiële problemen gaan leiden bij de zorgverleners.
De NZa stelt als oplossing een mengvorm voor, de DBC-matrix. Er wordt nog steeds een koppeling gemaakt tussen diagnose en de verrichtingen, maar niet meer op patiëntniveau. In het individuele geval wordt gewoon in verrichtingen gerekend. Dus elke maand krijgt de zorgverlener voor het aantal gemaakte sessies geld.
Alleen wanneer er met de zorgverzekeraars wordt onderhandeld wordt gekeken hoeveel kosten er gemaakt zijn voor een x aantal depressiebehandelingen. Omdat de data anoniem gemaakt kunnen worden, kun je nu wel heel specifiek gaan kijken naar andere patiëntvariabelen. Hierdoor wordt de zorg transparanter.
Het lijkt er op dat de voorstellen een positief effect hebben op twee van de eerder genoemde doelstellingen. Er zal voor de verzekeraars meer transparantie ontstaan, waardoor de zorgaanbieders geprikkeld worden om zo effectief mogelijk te werken.
De laatste doelstelling, namelijk meer keuzevrijheid voor de patiënt, zal volgens mij ook met deze maatregelen niet gehaald worden. Het voordeel van de DBC-matrix is dat er heel veel patiëntenvariabelen kunnen worden meegewogen in de beoordeling van de zorgaanbieder. Zo kan een zeer volledig beeld gecreëerd worden voor diegenen die verstand van zaken hebben. De patiënt zal hierdoor echter door de bomen het bos niet meer zien.
Want hoe kan hij een keus maken tussen een aanbieder die goed werk levert voor mannelijke patiënten, zonder veel psychosociale problemen met comorbide angstklachten en tussen de aanbieder die met name hoog scoort op behandeling van depressie met comorbide persoonlijkheidsproblematiek en een lage GAF?
Het werken met DBC´s zal de zorg wel degelijk transparanter maken. Maar alleen voor degenen die verstand van zaken hebben. De gemiddelde patiënt gaat pas nadenken over de GGZ als hij klachten krijgt. Deze keus zal hij laten afhangen van variabelen als naamsbekendheid, wachtlijsten en wat de buurman vindt. Geen twijfel mogelijk.